Je cv-ketel is stuk. Wat kun je het beste doen?

Veel mensen zien warmtenetten niet zitten. Te duur en geen keuze. Maar wat als burgers het zelf doen? Op de Tegenlicht Meet Up in Utrecht worden de mogelijkheden onderzocht.
Een volle zaal in het theater van de Bibliotheek Neude in Utrecht kijkt op 2 november naar de première van de VPRO Tegenlicht-documentaire ‘Gas eraf!’. Daarin onderzoekt regisseur Daan Kuys hoe Nederland zich in de toekomst gaat verwarmen. En dat gaat knap ingewikkeld worden. We moeten in 2050 van het gas af zijn, maar wat gaat er voor in de plaats komen?
'Mensen kennen de elektrische auto en de windturbine. Maar wat is nou eigenlijk de warmtetransitie?,' vertelt Kuys aan de moderator van de Meet Up, Martin Groenhuis. 'Ik snapte het zelf toen ook niet. Het was een enorme worsteling. Ik las erover in het nieuws, over Eneco en Vattenfall, dat het niet lekker liep. Ik had geen idee waar het precies over ging. Toen dacht ik: hier wil ik meer van weten.'

waarom warmte zo duur is
Een researchproject van ruim een half jaar volgde, waarbij Kuys zich ook aansloot bij een buurtinitiatief Oog voor Warmte. Hij sprak met veel mensen en concludeerde dat de warmtetransitie iedereen gaat raken. 'Je cv-ketel gaat stuk. Is een nieuwe ketel op gas dan nog wel de beste optie? In 2027 gaat gas voor de gebouwde omgeving onder het Europese emissiehandelssysteem vallen, waardoor het steeds duurder zal worden. Mensen beginnen langzaam te voelen dat ze er iets mee moeten.'
Kuys’ research leidde een half jaar later tot de documentaire ‘Gas eraf’. Daarin ging hij langs pionierende warmteprojecten in Haarlem en in de (voormalige) Mijnstreek in Zuid-Limburg, waar de verlaten schachten vijftig jaar later dienst doen als warmtereservoir.
Eén van de mensen die Kuys in de documentaire interviewt, is Annelies Huygen. Zij komt uit Maastricht en is verheugd dat de Mijnstreek weer nuttig wordt gebruikt. Tegenwoordig is Huygen hoogleraar Ordening van Energiemarkten aan de Universiteit Utrecht. Ze is speciaal voor de première uitgenodigd, zit naast Kuys op de bank en vertelt dat zij bij haar werk 'altijd kijkt vanuit de consument.'
Die consument is boos, over de hoge tarieven van de wamrte. De prijs van warmte en energie ligt in Nederland inderdaad hoog, begint Huygen. Ze kwam daar achter door de energiemarkten in het buitenland ook te onderzoeken. Die zijn heel anders georganiseerd dan bij ons. Denemarken kent bijvoorbeeld honderden kleine, lokale energieleveranciers, tegenover vier grote in Nederland.
Hoe is dat zo gekomen? Daarvoor moeten we al een tijdje terug, legt ze uit. 'In 2014 zijn ter bescherming van de consument de tarieven van warmte gekoppeld aan die van aardgas. Daarna is er heel veel meer belasting op het aardgas gekomen, en toen gingen de warmtetarieven mee omhoog. Vanaf die tijd zijn ze veel hoger geworden dan in het buitenland. Daar zijn ze een beetje gestegen maar minder. We weten niet hoe die hoge tarieven er zijn gekomen. Dat moet beter worden onderzocht.'
Volgens Huygen moeten we in Nederland preciezer weten wat de kosten zijn van warmte. 'In de landen om ons heen, waar het meestal veel transparanter is, en de warmtebedrijven hun boekhouding op een bepaalde manier moeten inrichten, is dat meestal veel duidelijker. Bij een nutsbedrijf zouden de tarieven in beginsel gebaseerd moeten zijn op de kosten, met bijvoorbeeld een klein, redelijk rendement.'
'Omdat bij ons de gasprijs leidend is, en er geen regels zijn over het berekenen en openbaren van de kosten van een warmtenet, weten we deze kosten niet. De ACM (Autoriteit Consument en Markt, red.) controleert wel de rendementen, maar eigenlijk kan ze dat niet goed weten, vanwege het ontbreken van boekhoudregels.'
Anderzijds, vervolgt Huygen: 'Wat de overheid óók heeft gezegd, is dat [kleine, lokale, red.] bedrijven moesten gaan fuseren tot hele grote bedrijven. In Nederland zijn er maar vier of vijf grote bedrijven die aan warmtenetten doen. Dan krijg je een enorme machtspositie en dat is ook slecht voor de innovatie. Alleen HVC is nog in handen van een heleboel gemeenten. Eneco is inmiddels in handen van Mitsubishi.'
En met Eneco zijn ze juist in Utrecht helemaal klaar, reageert Groenhuis. Hij refereert aan de recente mislukking van het opzetten van een warmtenet in de wijk Overvecht-Noord. De gemeente vond dat Eneco met een veel te hoge winstmarge van 7,5 procent rekende. Daardoor zouden burgers veel te moeten meebetalen voor de aanleg van het warmtenet. Eneco zei dat die hoge winstmarge nodig is voor de aanleg van het warmtenet zelf en om eventuele tegenvallers bij het toekomstige gebruik ervan op te vangen. De partijen gingen met ruzie uit elkaar. Inmiddels circuleren er in de Utrechtse raad nieuwe plannen om een eigen warmtenet te zetten, mogelijk in publiek-private samenwerking.

Gas eraf: warmtenetten!
Over 25 jaar moet het definitief afgelopen zijn met de gasketel. Dan hebben we het niet meer over cv-ketels maar over warmtenetten. VPRO Tegenlicht volgt de denkers en doeners die deze warmterevolutie proberen vlot te trekken.
hoe dan wel?
Hoewel er ook voorbeelden zijn van geslaagde projecten, zoals WarmteStad in Groningen, gaat het niet zonder slag of stoot. Burgerinitiatieven voor het opzetten van een eigen wijkwarmtenetwerk kampen met vragen als hoe en met wie. De aanleg van een nieuwe warmte-infrastructuur in een hele wijk is van een andere orde dan de aanschaf van één warmtepomp voor één huishouden. Een warmtenet leg je aan voor zeker dertig jaar, met bijbehorende grote investeringen in de infrastructuur van een wijk.
Bovendien is het een heel andere tijd dan de jaren vijftig, memoreert Groenhuis. Toen kwam de overheid eenvoudigweg de kolen uit de kelder halen om vervolgens het hele huis aan te sluiten op gas uit Groningen. Nu moeten we het allemaal zelf uitvinden, ook de techniek die we gaan gebruiken.
En hoe gaan we koelen in de snikhete zomers die er aankomen, of er eigenlijk al zijn? Moeten wijkbewoners ook een nieuw elektriciteitsnetwerk aanleggen om de te veel opgewekte stroom kwijt te kunnen? Vragen, vragen, vragen, waarop geen makkelijk antwoord bestaat.
Waar Huygen wél en vóóral voor pleit is een integrale aanpak. Niet alleen naar warmte kijken, maar dus ook naar koeling en elektriciteit. 'Eigenlijk moet je denken: wat willen we in 2050? In 2050 kun je tot wijken komen die energieneutraal zijn. Dan is het belangrijk dat je de energievoorziening als één ding ziet. Je moet proberen om vraag en aanbod op ieder moment op elkaar aan te passen. Je gaat dan naar een systeem toe waarbij je wasmachine automatisch aangaat. Je moet niet alles op hetzelfde moment gaan doen, want dan wordt het heel duur. Je moet het automatisch en integraal regelen.'
Los van de hoge tarieven en welke technieken je kan kiezen voor de aanleg van warmtenetten stipt moderator Groenhuis tot slot nog een ander punt aan. Het vergt heel veel tijd en ook sociaal gedoe met de buurtbewoners. Iedereen moet maar willen meedoen. Hij verwijst naar een fragment uit de documentaire. Daarin is een man in Haarlem te zien die tijdens een uitlegavond in een buurthuis met zijn armen over elkaar achterover geleund lijkt uit te stralen ‘nou, vertel dan maar, maar ik moet het allemaal nog zien.'
Huygen erkent dat, maar ziet ook kansen. 'Je ziet in Denemarken dat het ook voor cohesie in de wijk kan zorgen. Dat de mensen elkaar toch beter leren kennen.' En kleinschaligheid in de eigen wijk biedt meer kansen. Huygen: 'In mijn wijk is een ziekenhuis, scholen, huizen. Dan ga je mensen erbij doen. Dat moet je het goed kunnen organiseren met z’n allen. Dat lijkt me toch aantrekkelijker dan anoniem en van veraf.'
Kijk hele Meet Up terug:
Accepteer de 'social' cookies om deze 'youtube'-content te bekijken.
Een moment geduld, de content wordt geladen.

De toekomst in je inbox
Je bent er bijna...
Om de nieuwsbrief te ontvangen doe je het volgende:
- Open je e-mail en zoek naar een bericht van ons
- Bevestig je e-mailadres
- Je ontvangt nu regelmatig onze nieuwsbrief 🥳