De grootste ontwikkeling van dit moment vindt plaats in de private sector. Volgens Van Eelen zijn er wereldwijd al zo’n 95 cultured meat start-ups. Die richten zich allemaal op verschillende producten: eend, kip, rund en vis.
De bekendste is misschien wel Just Eat, het Amerikaanse bedrijf van pionier Josh Tetrick, dat in 2017 de patenten kocht van Ira’s vader Willem en inmiddels flink aan de weg timmert. Vorig jaar kreeg Tetrick toestemming van de autoriteiten in Singapore om daar kweekvlees te produceren en op de markt te brengen. In een exclusief restaurant aten genodigden kipnuggets, opgekweekt in een bioreactor. Een heuse doorbraak voor Tetrick, want hij was daarmee de eerste ter wereld die zijn kweekvlees mocht verkopen.
Hij kreeg het grote geld achter zich, onder meer door investeerders uit Qatar en de mede-oprichter van Microsoft. Voor zo’n 370 miljoen dollar, weet The Guardian.
En Just Eat is zeker niet de enige partij. Het geld voor kweekvlees begint los te komen. In Nederland kondigde chemieconcern DSM onlangs aan samen te gaan werken met het in Delft gevestigde Meatable, nadat het eerder al, samen met andere investeerders, 47 miljoen euro stak in het bedrijf van twee jonge Nederlandse ondernemers.
Een beroemdheid als Leonardi diCaprio besloot te investeren in een opkomende kweekvleesproducent, Mosa Meat van wetenschapper Mark Post. Mosa Meat kreeg ook al eerder een flinke financiële injectie van verschillende investeerders. ‘Rond 2021 zijn we zo ver dat we een aantal restaurants van ons vlees kunnen gaan voorzien,’ zei CEO Peter Verstrate eerder in een interview. Maar ja, onze wetgeving legt dat nog aan banden.
In Israël is er Aleph Farms (waarin DiCaprio ook een deel van zijn vermogen stak) en die presteerde het om een revolutionaire 3D-rib-eyesteak uit te printen, gemaakt van geïncubeerde koecellen.
Waar overheden, anders dan Singapore en Israël, nog altijd twijfelen over de haalbaarheid en veiligheid van kweekvlees, zijn het de start-ups die, ondersteund door investeerders, de ontwikkeling aanjagen. Probleem is wel dat alle kennis bij private partijen zit, zegt Van Eelen. En dat die daar ook blijft, want investeerders houden de rijen graag gesloten.
‘Zo wordt het toch een beetje incrowd. Je zou graag willen zien dat de Nederlandse overheid zorgt voor gedegen kennis en toegankelijkheid voor de kweekvleesoplossing. Anders blijven het druppels op een gloeiende plaat. Je moet private partijen niet verantwoordelijk maken voor het oplossen van publieke kwesties,' aldus Van Eelen.