
Kunstmatige intelligentie staat in de kinderschoenen. Recente doorbraken maken dat software niet langer wordt geschreven, maar door middel van testen wordt opgevoed. Geïnspireerd door het menselijke brein leren kunstmatige neurale netwerken complexe taken te beheersen die erg lijken op hoe kinderen leren: door vallen en opstaan. Maar hoe houden we controle over deze alsmaar slimmer en groter wordende intelligentie rivalen?
De snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie roept angst op. Zelfrijdende auto’s die hun eigen passagiers doden of slimme speakers die het huishouden overnemen. Het probleem met het beheersen van kunstmatige intelligentie ontstaat wanneer een slimme machine een opdracht krijgt. Niet omdat de machine niet goed werkt, maar omdat wij erg slecht kunnen omschrijven wat we precies willen. Zonder zoiets als een ‘gezond verstand’ kan een superslimme machine een simpele opdracht al snel mis interpreteren met catastrofale gevolgen. Hoe zorgen we ervoor dat deze machines gaan leren begrijpen wie wij zijn, wat onze menselijke normen en waarden zijn en daarmee gaan bijdragen aan een samenleving zoals wij die voor ogen hebben?
bijlagen

Ook in de toekomst moeten we niet blind op cijfers varen
Bij het gebruiken van cijfers kan er van alles misgaan. Maar spelen die problemen ook in tijden van big data en kunstmatige intelligentie?

Het algoritme de baas?
Kunstmatige intelligentie ontwikkelt zich met reuzensprongen. Kunnen wij de controle wel behouden op het moment dat onze intelligentie het aflegt tegen die van de machines?
Maar hoe zou de wereld met kunstmatige intelligentie er uit moeten zien? In een samenleving waarin intelligentie tot succes leidt, leidt méér intelligentie tot méér succes. En kunstmatige intelligentie is een machtig middel. Terwijl de industrie eindelijk geld kan slaan uit hun verzamelingen big data, proberen wetenschappers, maatschappelijke organisaties en de Europese Unie haastig met ethische richtlijnen op de proppen te komen. Het doel is om controle te houden op de ingrijpende veranderingen die onze samenleving te wachten staat. Is kunstmatige intelligentie de ultieme test voor de mensheid?
Met o.a.: Stuart Russell (hoogleraar computerwetenschappen UC Berkeley en oprichter Center for Human-Compatible AI), Catelijne Muller (EESC rapporteur op AI, lid High Level Expert Group on AI van de Europese Commissie en oprichter ALLAI Nederland), Pieter Abbeel (roboticus, hoogleraar computerwetenschappen UC Berkeley en onderzoeker Center for Human-Compatible AI) en Allan Dafoe (politicoloog, voorzitter AI Governance programma van het Future of Humanity Institute i.s.m. University of Oxford).
Regie: Daan Veldhuizen
Research: Halil Özpamuk
Productie: Olivier Schuringa
Reacties op de aflevering

'Is het arrogant om te denken dat "de mens" altijd controle heeft?'
Bekijk een selectie van reacties op de VPRO Tegenlicht aflevering 'Mens in de machine'.

meer zoals 'Mens in de machine'

Het gretige brein
Kunnen we uiteindelijk onze hersenen uitlezen? Kunnen we breinen direct met elkaar verbinden? Op zoek naar de toekomst van onze hersenen.

De robot als mens
In het westen zijn we bijna bang voor slimme robots. In Japan hebben robots een ziel. Daar zullen intelligente robots sneller worden geaccepteerd.

Mensen, goden en technologie
Niemand weet hoe onze wereld er over 25 jaar uitziet. Misschien wordt ons werk overgenomen door autonome robots en worden wij daarmee de slaven van de door onszelf gecreëerde technologie. De grote vragen over de toekomst van de mens en zijn verhouding tot technologie leggen we voor aan twee belangrijke denkers van dit moment: Kevin Kelly en Yuval Noah Harari.

elke maandag per mail alle updates
Op de hoogte blijven van VPRO Tegenlicht? Abonneer je op de nieuwsbrief en ontvang wekelijks het laatste nieuws, achtergronden en extra's bij de uitzendingen.

like VPRO Tegenlicht op Facebook
Ga naar Facebook