Hoe idealistische bedrijven de markt kunnen veroveren

Bedrijven met idealen zijn lief, maar zullen nooit potten breken in een survival of the fittest-economie. Toch? Entrepreneur Melanie Rieback ziet dat anders. 'Onze idealen maken ons juist concurrerend.'
Het is al tientallen jaren het standaardverhaal in de economie: op de markt moet het er hard aan toe gaan. Daar overleven alleen de echte die-hards, die bereid zijn om moeilijke keuzes te maken. Liefdadigheid komt daarom altijd op de tweede plaats. Nice guys finish last, een beetje dat idee.
En dat idee is de afgelopen decennia niet bepaald zonder gevolgen gebleven. In een strijd om de laagste lonen werkten arbeiders zich buiten ons zichtveld letterlijk dood. Kosten van natuur- en klimaatvervuiling kwamen niet op de bedrijfsbalans terecht – wel zo goedkoop. En bedrijfsopbrengsten vonden hun weg niet meer terug naar de samenleving, maar gingen in plaats daarvan naar een selecte club van aandeelhouders. Die waren immers, zo vonden ze vooral zelf, de échte winnaars van de samenleving. En winnaars moeten worden beloond.
Maar is dat echt de beste en enige manier om een kans te maken op de markt? Nee, want een groeiende groep ondernemers doet het anders, mét succes.
'Om de wereld beter te maken, heb je geen subsidie nodig'
Zo ook ondernemer Melanie Rieback, die met haar idealistische cybersecuritybedrijf Radically Open Security grote concurrenten dwingt om het óók beter te doen. Zij ruimt vijf misverstanden uit de weg over wat er nodig is om succesvol een (idealistisch) bedrijf te runnen.
Misverstand 1
idealen maken je bedrijf minder concurrerend
Idealen gaan ten koste van je winstgevendheid, niet? Dat blijkt in de praktijk toch wat anders te liggen, zo ervaart Melanie Rieback. Haar bedrijf werkt transparanter dan andere IT-bedrijven, en geeft bovendien zo'n negentig procent van alle (groeiende) bedrijfswinst weg aan het goede doel.
Daarmee geef je klanten een keuze, zegt Rieback. 'Ga ik naar het idealistische bedrijf of naar de grote commerciële speler? En wat blijkt? Mensen zijn graag goed bezig.'
'En niet alleen consumenten,' vervolgt ze. 'Ook bedrijven en overheden, die veel meer geld hebben, kopen liever bij de sociale partij. Zij maken de wereld graag beter door te stemmen met hun euro's.'
Hetzelfde geldt volgens Rieback voor het aantrekken van personeel. 'Als werknemer kun je je geld verdienen door commercieel werk te doen voor een groot bedrijf of door te werken – voor hetzelfde geld – voor een lichtelijk activistisch bedrijf. Voor wie denk je dat ze willen werken? Ethiek blijkt dus martkwaarde te hebben. Wie had dat gedacht?'
commerciële bedrijven veranderen mee
Vanaf het moment dat haar idealistische cybersecuritybedrijf op de markt kwam, zag Rieback andere bedrijven meeveranderen. 'De marktleider in de IT-beveiliging introduceerde een ethisch beleidsplan drie jaar nadat wij begonnen. Daarvóór hadden zij het nóóit over principes. Ook proberen andere grote bedrijven nu transparanter te zijn, net als wij.'
Waarom zouden die reuzen bang zijn voor een relatief kleine speler? 'Als je erover nadenkt is het eigenlijk heel logisch,' zegt Rieback. 'Via ethiek concurreren we om de klanten en om goed personeel. We gebruiken marktwerking om het neoliberalisme te bestrijden.'

deze 5 grote bedrijven doen het anders
lees het artikel
Misverstand 2
een bedrijf heeft investeringskapitaal nodig

dit bedrijfsmodel maakt een einde aan winstmaximalisatie
lees het artikel
Misverstand 3
een bedrijf moet eindeloos groeien
Wat God is voor gelovigen, is Groei nog steeds voor het grootste deel van de economen. Of het nu gaat om de omzet van je bedrijf of om de omvang van de hele economie: het hoogste doel is een lijn die eindeloos omhoog reikt.
Maar waarom moet dat eigenlijk? Geen groei betekent op dit moment nog ontslagrondes, recessie en lijden, zegt Rieback, verwijzend naar post-groei economen zoals Kate Raworth en Tim Jackson. Maar waarom is dat het geval?
'Een stabiele platte lijn in plaats van een stijgende lijn is op dit moment niet genoeg, omdat er teveel extractie uit de economie plaatsvindt. Dividenduitkeringen aan aandeelhouders, het opkopen van eigen aandelen, het samenvoegen van bedrijven: al die zaken halen waarde uit de economie; waarde die niet meer terugkeert naar diezelfde samenleving. De economie moet daarom steeds maar blijven groeien, om de boel stabiel te houden.'
Maar die groei zorgt – inmiddels bekend – voor een te grote druk op onze leefomgeving. Hoe kan dat anders? Rieback noemt Raworths analogie van de boom. Aan het begin van het leven van een boom, groeit-ie nog, en snel ook. Maar op een zeker punt is een boom uitgegroeid. Hij heeft zijn maximale grootte bereikt. Dan begint-ie te bloeien. Hij laat zaadjes vallen, waaruit weer nieuwe bomen groeien.
Is dat niet een veel betere en duurzamere manier om een bedrijf te runnen? Rieback denkt van wel. 'Want wat is een bedrijf nu eigenlijk, als je er goed over nadenkt? Niets meer dan een groep mensen die iets - wat dan ook - voor elkaar probeert te krijgen in de samenleving, op een manier dat het financieel uit kan.'

wat is een donut economie?
kijk hier onze aflevering met econoom Kate Raworth
Misverstand 4
winst is bedoeld voor aandeelhouders

het einde van het aandeelhouderskapitalisme?
kijk nu: 'Goed geld verdienen'
Misverstand 5
bij idealistische bedrijven werken alleen idealistische mensen
Vanwege de ongewone en sociale status van haar bedrijf, heeft Rieback geen enkele moeite om personeel aan te nemen. Maar zijn dat dan allemaal activisten?
Nee hoor, zegt Rieback. 'We hebben een mix. Sommigen zijn zeker idealistisch. Maar we hebben ook werknemers die vooral hun gezinnen willen onderhouden. En guess what? Dat is ook prima. Idealisme moet geen vereiste zijn. Dan zou je niet veel van zulke bedrijven kunnen opzetten.'
'We hebben idealistische bedrijven nodig die vervolgens 'gewone' mensen aannemen. Mensen die gewoon een baan willen en voor hun gezin willen zorgen. Als we die mensen kunnen meeslepen; dat is hoe we een bloeiend systeem kunnen creëren.'
'Om de wereld te veranderen heb je geen subsidie nodig'
interview met ondernemer Melanie Rieback (17 min.)
