Het gaat fantastisch met de Nederlandse economie. Althans, zo luidden de berichten na Prinsjesdag, de dag waarop de overheidsbegroting wordt gepresenteerd en de stand van de economie wordt besproken. Het doorsnee huishouden kende vorig jaar de grootste koopkrachtstijging in 20 jaar, zo bleek uit cijfers van het Centraal Planbureau. Ook op Europees niveau valt goed nieuws te melden. De middenklasse werd de afgelopen 15 jaar rijker, deels door stijgende huizenprijzen. En ook in het Westen als geheel gaat het lekker, als je de aandelenmarkten mag geloven. Die bevinden zich op of nabij recordniveaus.
Tot zover de cijfers. Hoe gaat het echt? Gangbare economische cijfers en theorieën zijn immers berucht om hun blinde vlekken. Volgens de Londense ex-bankier en wiskunde-genie Gary Stevenson zitten we middenin een grote economische crisis. Maar niet eentje die gepaard gaat met een plotselinge schok zoals een beurscrash. ‘Ik denk dat een economische crisis eruit kan zien als huizenprijzen die maar blijven stijgen,’ aldus Stevenson.
Wat de oud-valutahandelaar interessant maakt, is zijn achtergrond: Stevenson komt als een van de weinigen in de Londense financiële wereld uit een arbeidersgezin en ziet dingen die de upperclass jongens maar moeilijk zien. Gewone jonge mensen bijvoorbeeld, vrienden en familie van Stevenson, die helemaal niet zoveel koopkracht blijken te hebben. Of steeds langere wachtlijsten in de publieke gezondheidszorg. Stijgende voedsel- en energieprijzen. Stijgende kosten voor de kinderopvang. Minder toegang tot stabiel werk. Onbetaalbare huizen voor een jongere generatie. Enzovoorts.
Terwijl de allerrijksten steeds meer vermogen vergaren (op de beurs en via vastgoed), stijgt het gewone levensonderhoud voor de armste 60 procent van de samenleving. Op den duur de armste 90 procent, bijna iedereen dus. Dat de middenklasse dat momenteel niet per se ervaart, komt omdat de welvaartsval ook tussen generaties kan zitten. Of omdat de kosten voor levensonderhoud, zoals de huizenprijzen, simpelweg te langzaam stijgen om te voelen als een echte economische schok.
Maar maak je geen illusies, zegt Stevenson. Ook de middenklasse - zelfs in het welvarende Nederland - is op den duur aan de beurt. Hoe dat voelt? Vraag het aan de schoonmakers die worden uitgeknepen of in de parkeergarage slapen van het gebouw waar ze schoonmaken. Vraag het aan de groeiende groep mensen die werken maar toch dakloos zijn en in auto’s of vakantieparken slapen.
En die koopkrachtcijfers dan? Wie ze uitsplitst naar leeftijd, ziet dat jongeren onder de 25 er op achterblijven vergeleken met oudere generaties. De welvaartsgroei van de rijkeren kan veel vertekenen. De crisis is volgens Stevenson er dan ook niet een van krimp, maar van groeiende ongelijkheid. Waar academicus Thomas Piketty - die andere ongelijkheidswaarschuwer - de wereld verlichtte met ‘r > g’ (een door Piketty gebruikte formule die aangeeft dat het rendement op vermogen al geruime tijd hoger is dan de economische groei), is de rauwe Stevenson duidelijker. ‘Kies maar: of veel hogere belastingen voor de allerrijksten, of je kleinkinderen zullen extreem arm zijn. Er zijn geen andere opties.’
Meer: